Schaal… wat een interessant concept: we kunnen alles naar eigen believen op grotere dan wel kleinere schaal bekijken. Het is een ideale manier om – rationeel althans – een hoop problemen weg te wuiven: oh je hebt pijn in je grote teen… die oorlogsslachtoffers in Afganistan, díe hebben pas pijn… en meer van die rare vergelijkingen. Het rationele deel van ons brein is prima in staat om altijd een nog erger voorbeeld te vinden. Waarom werkt ons onderbewuste dan precies de andere kant op? Want wees eerlijk: de ruzies om niets, die je gisteren had met je partner, houdt je aanzienlijk méér bezig dan hongerend Afrika. Van dat potje bekvechten omdat hij toevallig voor de derde keer deze week de vaatwasser moest uitruimen, heb je de hele dag een knoop in je maag. Het is niet zelden aanleiding tot bespiegelingen ‘of we toch wel bij elkaar passen’, en als je niet oppast, heb je allebei een rotweek, totdat één van beide voorzichtig het voorval ter discussie stelt. En opgelucht val je elkaar daarna weer in armen. Intussen worden er in Noorwegen meer dan 80 overwegend jonge mensen vermoord. Daar kijk je een paar uur naar, geschokt achter de buis. Ook de volgende ochtend en misschien de dag erna nog een paar gedachten, en dan is het voorbij. Veel grotere schaal, véél meer persoonlijk leed, minder aandacht.
De hoorn van Afrika lijdt grote hongersnood… ah, gaan we Bob Geldof weer van stal halen… Weet je nog, de vorige keer… en wég is het leed. Mega-schaal, nauwelijks sta je er bij stil.
Het zal een beschermingsmechanisme zijn, dat voorkomt dat je je het leed van de hele wereld aantrekt, maar raar is het wel: vaatwasser 10 en hongerend Afrika 1 op de schaal van Roelof…